Verklaring van de Kerk in België over de problematiek van metissen uit de Belgische kolonisatie in Afrika

Johan Bonny bischop te Antwerpen

Aankomst Missionaris.jpg

Brussel, 25 april 2017
 
Tot de miskende bladzijden van de Belgische kolonisatie in Afrika behoort het verhaal van vele metissen, geboren uit een blanke vader in functie en een Congolese, Rwandese of Burundese moeder uit de plaatselijke bevolking. Lange tijd werden deze kinderen aangeduid met de vernederende term van  ‘mulatten’. 

 

 

De koloniale overheden, zowel de burgerlijke als de kerkelijke overheden, beschouwden deze kinderen als een ernstig probleem.   Ze waren vaak  geboren uit relaties die “er niet hadden moeten zijn” of uit huwelijken die niet wettelijk gesloten waren.   Om hun een aparte opvoeding te geven,  werden velen bij hun moeder weggehaald en geplaatst in weeshuizen of pensionaten, meestal geleid door mannelijke of vrouwelijke religieuzen uit België.   Deze plaatsing verwijderde hen vaak voorgoed van hun moeder en haar familie, van hun broers of zussen en van hun Afrikaanse wortels.   Het was het begin van een pijnlijke scheuring en een lange zoektocht.  Vele metissenkinderen kenden nooit hun vader en/of moeder; vele moeders zagen hun metissenkind nooit terug.  Vanaf 1959 stuurde men veel van deze kinderen naar België, waar ze terecht kwamen in opvanghuizen of in adoptiegezinnen. Ze kregen lange tijd geen volwaardige burgerrechten. Velen van hen kwamen met hun onzekerheid en hun leed in de marge van de Belgische samenleving terecht.  
 
De Belgische bisschoppen erkennen het leed dat deze metissen uit de koloniale tijd hebben ondergaan.    Het feit dat zij van bij hun moeder werden weggehaald, was zowel voor hen als voor hun moeder een bron van verdriet en gemis.    Ondanks alle goede bedoelingen of beweegredenen, leidde hun plaatsing in een bijzonder instituut tot een verdere vervreemding van hun oorsprong en hun ware identiteit.  Ze verhinderde hun volwaardige ontplooiing en hun vrije zelfbeschikking.    Voor het aandeel dat de katholieke Kerk had in dat gebeuren, willen wij aan deze metissen onze verontschuldigingen aanbieden.
 
In de mate nog persoonlijke gegevens of archiefmateriaal over deze periode beschikbaar zijn, wil de katholieke Kerk meewerken aan de zoektocht van metissen (en hun afstammelingen) naar hun oorsprong of familie, en van metissenouders naar hun kinderen (en hun afstammelingen).    De bisschoppen vragen aan al wie beschikt over historische gegevens of archiefmateriaal over deze problematiek om het ter beschikking te stellen voor onderzoek, onder meer via de organisaties Kind en Gezin (voor de Nederlandstalige metissen) of Direction de l’Adoption – Autorité centrale Communautaire (ACC) (voor de Franstalige metissen).  
 
Tegelijk ondersteunen de bisschoppen de vraag aan de federale regering om de overblijvende problemen weg te werken die metissen uit de Belgische kolonisatie en hun afstammelingen nog kunnen ervaren, onder meer in verband met hun Belgische nationaliteit, met hun bewijs van geboorte of huwelijk.  Alle burgers, ongeacht hun afstamming of cultuur, zijn evenwaardige personen,  dragers van dezelfde rechten en dezelfde plichten.    De katholieke Kerk steunt de rechtmatige vraag van metissen (en hun afstammelingen) uit de Belgische kolonisatie in Afrika dat dit basisprincipe ook ten volle voor hen zou gelden.  
 
De bisschoppen van België